Twee handen
| Kanker

Zaadbalkanker: feit of fictie?

November is Movember: wereldwijd wordt aandacht gevraagd voor de gezondheid van mannen. Voor hun mentale gezondheid maar ook voor aandoeningen die alleen hen kunnen treffen, zoals zaadbalkanker. We zetten feit en fictie van deze ziekte op een rij. 

Bij zaadbalkanker gaat het om een intieme plek. En juist daardoor zijn mannen en jongens net wat eerder geneigd om te wachten met een naaste of arts te vertellen over hun klachten. Juist daardoor kunnen angst en broodje-aapverhalen met hen aan de haal gaan.  

Stick to the facts en zoek op tijd hulp. Hopelijk helpen daar de onderstaande (on)waarheden over zaadbalkanker bij. We hebben ze voorgelegd aan Richard Meijer (oncologisch uroloog en associate professor) en Leendert Looijenga (hoogleraar translationele kiemceloncologie en vruchtbaarheid). Zij werken samen binnen het Expertisecentrum Testiculaire en Extragonadale Kiemceltumoren van het UMC Utrecht en het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie.  


Feit of fictie?

 (Bronnen cijfers: IKNL en NKR)  

Zaadbal- of testiculaire kiemcelkanker?  

Elke cel die in de zaadbal voorkomt, kan zaadbalkanker geven, dus niet alleen kiemcellen. In de meeste gevallen (80 tot 90 procent) ontstaan de tumoren echter in de kiemcellen. Kanker die uit andere cellen in de zaadballen ontstaat, is zeldzaam. Vandaar dat met de term ‘zaadbalkanker’ meestal kanker wordt bedoeld die in de kiemcellen is ontstaan. Dat geldt ook voor dit artikel. Maar de correcte benaming is dus eigenlijk ‘testiculaire kiemcelkanker’.  

Kiemceltumoren kunnen overigens ook op andere plekken in het lichaam voorkomen: in de hersenen, de eierstokken, en achter het borstbeen. Eierstokkanker is de tegenhanger van zaadbalkanker. Dat ontstaat in 95 procent van de gevallen juist niet in de kiemcellen.  

Wat doet het Expertisecentrum? 

Binnen het Expertisecentrum voor Testiculaire en Extragonadale Kiemceltumoren werken het UMC Utrecht en Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie samen om kiemcelkanker en dus ook zaadbalkanker te onderzoeken en te behandelen.  

“In multidisciplinair verband, samen met internist-oncologen Cheryl Bruijnen en Britt Suelmann, bieden wij hier patiënten van alle leeftijden de meest optimale, state-of-the-art zorg”, vertelt Richard.  

“Door het partnerschap met het Prinses Máxima Centrum krijgt ook de transitie van kind naar volwassene alle aandacht. Verpleegkundig specialist Danielle Zweers is de directe contactpersoon van de patiënten en hun naasten. Zij geeft medisch-inhoudelijke maar ook psycho-sociale begeleiding aan jongeren met kanker, ook wel AYA’s (Adolescents and Young Adults) genoemd). Dat is heel belangrijk omdat deze ziekte zoveel impact heeft op het leven van de patiënt en zijn omgeving.”  

“Onze unieke samenwerking is ook van groot belang omdat we zo een uitgebreide biobank kunnen ontwikkelen. Daarin bewaren we afgenomen weefsel, uiteraard met toestemming van de patiënten of hun ouders. Daarmee kunnen we in de (nabije) toekomst veel waardevol onderzoek doen”, voegt Leendert toe. 

Het Expertisecentrum houdt ook de late effecten van de ziekte nauwgezet in de gaten.  Zo wordt op dit moment een Utrecht Symptoom Dagboek ontwikkeld. Dit is een klachtendagboek dat patiënten bijhouden. Op die manier kunnen de late effecten vroegtijdig worden gesignaleerd en behandeld. Ook klachten die moeilijk bespreekbaar zijn, zoals angsten, depressieve gevoelens en seksuele problemen, komen zo eerder op tafel. 

Kijk op de websitepagina’s van het expertisecentrum voor meer informatie. 

Translating...