Tiende editie Meet the Professor

Hoe word je professor? Hoe oud moet je zijn om professor te worden? En kun je ook onderzoek doen als je geen professor bent? Dat soort vragen riep het bezoek van hoogleraren op bij basisschoolleerlingen van de 92 klassen die meededen aan Meet the Professor.

2000 kinderen ontvingen ook dit jaar weer met veel enthousiasme 180 onderzoekers van de Universiteit Utrecht en UMC Utrecht. Elke klas ontving één hoogleraar en een collega, de 'meefietser'. Samen vertelden zij de klas wat zij precies onderzoeken, en waarom. Vanuit het UMC Utrecht gingen 58 onderzoekers op stap. Wij gingen mee met het klassenbezoek van hoogleraren Patricia Bruijning-Verhagen en Jeffrey Beekman.

Bijzondere editie

Dit jaar was het alweer de tiende editie van Meet the Professor. Leuk feitje: de kinderen die in 2016 bij de eerste editie meededen, zijn nu 21 jaar oud. En studeren dus inmiddels misschien wel bij de Universiteit Utrecht! In de afgelopen tien jaar hebben onderzoekers maar liefst 25.000 kinderen verteld over hun vak. Ook was het de tweede editie waarbij elke hoogleraar een collega meenam, want wetenschap doe je ten slotte niet alleen. Naast collega-onderzoekers deden ook collega's mee die op een andere manier onderzoek ondersteunen. Astrid Janssens, hoogleraar Patiënten en Publieke participatie, ging zelfs samen met een patiënt naar een klas.

De zonnige dag begon met een feestelijke opening in het academiegebouw. Tijdens de opening werd verteld over de impact van Meet the Professor. Hoe doorbreek je het stereotype dat alle onderzoekers eruitzien als Albert Einstein? Door kinderen met veel verschillende wetenschappers kennis te laten maken, liet het onderzoek zien. Als in voorgaande jaren bijvoorbeeld een vrouwelijke hoogleraar bij een klas was langs geweest, identificeerden de kinderen bij foto's van verschillende mensen vaker de vrouw als de professor.

Fluorescerende handen

Hoe verspreidt een virus zich? Patricia Bruijning-Verhagen, hoogleraar Vaccinatie- en Infectiebestrijdingsepidemiologie, en haar meefietser Clarize de Korne, bespraken dit met groep 8 van de Koningin Beatrixschool. Ze kwamen een ‘mini-college’ geven. Maar wat is een college? En hoe word je een professor? Het kwam allemaal aan bod. Daarna was het tijd voor een echt experiment. Door een poeder dat alleen zichtbaar werd onder de UV-lamp onderzocht de klas hoe een virus zich verspreidt. Én hoe voorkomen we dat een virus zich verspreidt? Leerlingen met en zonder handschoenen aan schudden elkaar de hand en gaven pennen door om dit te onderzoeken. Het experiment eindigde met de grote vraag: welke leerlingen waren er wel en niet besmet geraakt? Dat konden de kinderen zelf onderzoeken, door te kijken of hun handen oplichten onder de UV-lamp.

“Kinderen stellen hele leuke open vragen die je als wetenschapper een beetje vergeet omdat je zelf al veel dieper in de stof zit. Dat is ontzettend leuk om te merken,” vertelt Patricia Bruijning-Verhagen.

Blazen door een rietje

Groep 8 van basisschool De Panda leerde over onderzoek met zogeheten ‘organoïden’, mini-darmen waarop medicijnen tegen taaislijmziekte getest kunnen worden. Jeffrey Beekman, hoogleraar Cellulaire Ziektemodellen en Organoïden, en zijn meefietser, Danya Muilwijk (assistant professor), gingen bij hen langs. De hele klas kreeg een rietje en probeerde hierdoor twintig seconden lang uit te blazen. “Dit is dus wat mensen met taaislijmziekte de hele dag door voelen”, legt Danya uit. Super vermoeiend, vond iedereen (behalve de valsspelers dan). Aan het einde van de les maakten de kinderen een opdracht, waarbij ze op microscopieplaatjes bepaalden of het medicijn tegen taaislijmziekte werkte. Met succes! Gedurende de hele les zat de klas bomvol vragen en creatieve ideeën. Omdat ze zo hun best hadden gedaan, mocht iedereen die wilde tot slot de baret van de hoogleraar even op.