Terug

Verwijderen van afwijkingen via gastroscopie

Patiëntfolder

Binnenkort ondergaat u een gastroscopie (inwendig onderzoek van de slok- darm, maag en twaalfvingerige darm) voor een endoscopische resectie.

Wat is Endoscopische Resectie?

Bij een Endoscopische Resectie (ER) wordt een stukje van de wand van de slokdarm, de maag of de twaalfvingerige darm via de endoscoop verwijderd. Hierbij worden alleen de meest oppervlakkige wandlagen verwijderd. Endoscopisch (behandeling) wil zeggen: gebruik maken van de endoscoop. Resectie betekent verwijderen.


Een endoscopische Resectie wordt gedaan bij patiënten met een voorstadium van, of een vroege vorm van kanker van het maagdarmkanaal. Afwijkingen die zich beperken tot de oppervlakkige lagen van de slokdarm, maag of twaalfvingerige darm kunnen goed behandeld worden met Endoscopische Resectie.


Het voorstadium van kanker wordt ook wel dysplasie genoemd. We maken onderscheid in laaggradige dysplasie en hooggradige dysplasie. Dit onderscheid geeft de mate van onrust in de cellen aan. Bij hooggradige dysplasie is er sprake van meer onrust dan bij laaggradige dysplasie.

Hier leest u belangrijke informatie over de gang van zaken rond deze behandeling en hoe u zich kunt voorbereiden.

Hier leest u belangrijke informatie over de gang van zaken rond dit onderzoek en hoe u zich kunt voorbereiden.

Belangrijk

  • Vanaf 6 uur voor de behandeling mag u niet meer eten en roken. 
  • Als u bloedverdunners gebruikt, is het belangrijk dat u met de arts overlegt of u deze mag doorgebruiken.
  • Tijdens deze behandeling krijgt u een roesje door een endoscopiemedewerker of diepe sedatie van een anesthesiemedewerker toegediend. Van de arts krijgt u hierover meer informatie.
  • Mogelijk wordt u na de behandeling een nacht opgenomen ter observatie. Het kan zijn dat uw behandelend arts besluit dat u toch naar huis mag gaan. U kunt dan niet zonder begeleiding naar huis. Dit geldt ook als u met de taxi gaat. Er moet de eerste nacht na de ingreep ook altijd een begeleider bij u aanwezig zijn.
  • Uw begeleider kan niet mee de afdeling op of aanwezig zijn bij de behandeling.
  • Hebt u een bril, een kunstgebit of een gehoorapparaat? Neem hiervoor dan uw eigen koker/bakje mee.
  • Weet u uit eerdere ervaringen dat het plaatsen van een infuusnaaldje moeilijk is, geef dit dan tijdig aan ons door.
  • Bent u ziek of verhinderd? Laat het ons zo spoedig mogelijk weten via telefoonnummer 088 75 573 66.
  • Neem contact op met uw arts als u:
    o allergisch bent voor bepaalde geneesmiddelen.
    o (mogelijk) zwanger bent.
    o aan een hart- en/of longaandoening lijdt.

Doel van het onderzoek

Tijdens de gastroscopie verwijdert de arts een afwijking uit uw slokdarm, maag of twaalfvingerige darm. 

Duur van het onderzoek

Vooraf maken we een inschatting van hoe lang de behandeling duurt.
De duur is sterk wisselend en is afhankelijk van de ligging en omvang van de afwijking.

Voorbereiding uitklapper, klik om te openen

Nuchter

Voor de behandeling moeten uw slokdarm en maag leeg zijn. Daarom moet u nuchter zijn. Dit betekend dat u vanaf zes uur voor de behandeling niet mag eten en roken. U mag tot de start van de scopie nog kleine slokjes water drinken. De behandeling kan niet doorgaan als u niet nuchter bent.

Medicijnen

Als u medicijnen slikt, mag u die tot 2 uur vóór de behandeling innemen met een slokje water. U kunt het innemen van uw medicijnen wellicht ook uitstellen tot na de behandeling. Overleg dit met de arts.

Bloedverdunners

Gebruikt u bloedverdunners? In sommige gevallen moet u tijdelijk stoppen met het gebruik van de bloedverdunners vóór de behandeling. Overleg dit altijd met de arts die de behandeling heeft aangevraagd.

Diabetesmedicatie

Instructies zijn afhankelijk van uw bloedsuikerverlagende medicijnen. Volg de instructies nauwkeurig op, om te voorkomen dat uw bloedsuiker ontregeld raakt.  


  • Bij het gebruik van tabletten mag u de dag vóór de behandeling de normale dosering innemen. Op de dag van de behandeling mag u geen bloedsuikerverlagende tabletten innemen. 
  • Bent u insuline afhankelijk? Pas dan de dosering van uw insuline aan in overleg met de arts.


Na de scopie krijgt u instructies wanneer uw de diabetesmedicatie weer kunt hervatten.


Sedatie

Wij willen de behandeling zo aangenaam mogelijk laten verlopen. Daarom krijgt u tijdens de behandeling een pijnstiller en een slaapmiddel toegediend via een infuus. 

Voor het slaapmiddel zijn er twee mogelijkheden:

  • U krijgt een roesje toegediend door een medewerker van de endoscopie-afdeling.
  • U krijgt sedatie met het medicijnen Propofol® toegediend door een medewerker van de anesthesie 

Welk slaapmiddel u krijgt, hangt af van wat er tijdens de behandeling precies bij u wordt gedaan. Uw behandeld arts bespreekt dit met u.

Roesje (lichte sedatie) 

Een roesje is geen narcose. Of u in slaap valt of niet is niet op voorhand te zeggen, het doel van het roesje is dat u comfortabel bent. 

Diepe sedatie (Propofol)®


U krijgt sedatie met het medicijn Propofol® toegediend door een medewerker van de anesthesie. Met het middel Propofol® bent u volledig in slaap, het is echter geen narcose, het verschil is dat u tijdens de Propofol® sedatie zelfstandig blijft ademen. 

Voorafgaand aan de behandeling

U meldt zich bij de receptie 4 en neemt plaats in de wachtkamer, uw begeleider hoeft hierbij nog niet aanwezig te zijn. De verpleegkundige haalt u op uit de wachtkamer en brengt u naar de voorbereidingsruimte. Hier nemen wij uw gegevens met u door. U geeft aan de verpleegkundige het telefoonnummer van uw begeleider door. U neemt plaats op een bed, uw persoonlijke spullen leggen wij in een kluisje. Als u een roesje krijgt, brengen wij in uw rechterarm een infuusnaald in.


Als u voorafgaand aan de behandeling opgenomen wordt dan wordt u door de verpleegafdeling naar de endoscopie gebracht. 

Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen

Een endoscopieverpleegkundige haalt u op en brengt u naar de behandelruimte. De arts stelt u een aantal vragen, u kunt zelf ook vragen stellen, dit noemen wij ook wel een ‘time-out’.



Wij  meten  uw bloeddruk, hartslag en zuurstofgehalte. Indien u nagellak draagt graag één vinger vrij houden van nagellak om de saturatiemeter te plaatsen.

U krijgt een drankje te drinken tegen het schuim in de maag. En indien gewenst krijgt u de keelverdoving. We vragen u om eventueel losse gebitsdelen uit te doen en uw bril af te doen. 

Tijdens de behandeling ligt u op uw linkerzijde op de behandeltafel. De verpleegkundige plaatst een bijtring tussen uw tanden om uw gebit en de endoscoop (een dunne buigzame kijkslang) te beschermen. Wanneer u de sedatie toegediend heeft gekregen, start de behandeling. De endoscopist brengt de gastroscoop door de ring in uw keel en vraagt u te slikken. De endoscopist voert de gastroscoop op tot in de twaalfvingerige darm. Daarna wordt de scoop geleidelijk teruggetrokken tot aan de poliep. Met behulp van verschillende technieken kan de poliep endoscopisch worden verwijderd. 

Bij het inbrengen van de gastroscoop en de verdere behandeling kunt u gewoon in- en uitademen door uw neus of mond. Er is voldoende ruimte in uw keelholte over om normaal te kunnen ademen.

CO2 

Tijdens de behandeling wordt er koolzuurgas ingeblazen zodat we de slokdarm, maag en twaalfvingerige darm goed kunnen bekijken. Het kan zijn dat u van de ingeblazen lucht moet boeren.

De verschillende technieken

EMR techniek

Bij een EMR behandeling  (voluit: Endoscopische Mucosale Resectie) zijn er twee verschillende technieken om de afwijking te verwijderen. 


  1. Bij de eerste techniek is er een kapje op het uiteinde van de endoscoop bevestigd. Om het kapje zitten elastiekjes gespannen. De afwijking wordt in het kapje gezogen en vervolgens wordt er een elastiekje omheen geschoten. Daarna wordt er een soort lasso gelegd om het ontstane bolletje en door de lus wordt stroom geleid waardoor het bolletje wordt afgesneden van de onderlaag.
  2. Bij de tweede techniek wordt er vocht onder de afwijking gespoten. Vervolgens wordt de afwijking met een elektrisch mesje van de bodem afgesneden. Met deze techniek kunnen grotere afwijkingen in 1 stuk worden verwijderd. 

Endoscopische Mucosale Resectie

EFTR techniek

Bij de EFTR techniek (voluit: Endoscopische Full Thickness Resectie) wordt niet alleen de afwijking, maar ook een kleine hoeveelheid weefsel rondom de afwijking met alle wandlagen verwijderd. Dit in tegenstelling tot andere technieken, waarbij we alleen oppervlakkig weefsel verwijderen.

Bij deze techniek gebruikt de arts een speciaal instrument wat op de tip van de endoscoop wordt aangesloten. Dit instrument bestaat uit een plastic cap waarop een klem zit. Eerst wordt de afwijking in de plastic cap gezogen, waarna de klem wordt aangebracht onder de afwijking. Met een speciale snaar (een soort lasso) wordt de afwijking vervolgens net boven de klem verwijderd. De klem zorgt ervoor dat het wondje in de darm direct gesloten is.

Endoscopische Full Thickness Resectie

ESD techniek

Bij de ESD techniek (voluit: Endoscopische Submucosale Dissectie) wordt er eerst vocht onder de afwijking gespoten. Vervolgens wordt de afwijking met een elektrisch mesje van de bodem afgesneden. Met deze techniek kunnen grotere afwijkingen in één stuk worden verwijderd. Deze ingreep is technisch moeilijker en heeft een langere tijdsduur dan bovenstaande behandelingen.

Endoscopische Submucosale Dissectie

Welke techniek wordt wanneer gebruikt

Welke techniek er wordt gebruikt, hangt af van de grootte van de afwijking, maar ook van hoe de afwijking eruit ziet. Soms worden de verschillende technieken gecombineerd. Het verwijderde weefsel wordt aan het eind van de behandeling mee naar buiten genomen, om vervolgens onderzocht te kunnen worden door de patholoog.

Na de behandeling uitklapper, klik om te openen

Na de behandeling brengt de verpleegkundige u naar de uitslaapkamer. Als u een roesje of diepe sedatie hebt gekregen, moet u hier nog maximaal een uurtje uitslapen om uw bloeddruk, hartslag en zuurstofgehalte te monitoren. Als u goed wakker bent, krijgt u iets te eten en drinken. Wij bellen uw begeleider na het onderzoek over het tijdstip waarop u gehaald mag worden, Uw begeleider kan, zonder zich te melden, plaatsnemen in de wachtkamer bij de receptie nummer 4. De verpleegkundige brengt u naar uw begeleider. U mag niet zonder begeleiding de afdeling verlaten. 

Soms wordt u na een behandeling een nacht opgenomen in het ziekenhuis ter observatie. Dit is van tevoren bekend. Vergeet in dat geval niet uw spullen voor de nacht mee te nemen naar het ziekenhuis. 

Wanneer u het ziekenhuis verlaat, krijgt u een ontslagbrief. Hierin staat onder andere wat er tijdens de behandeling is gedaan en wat u moet doen in geval van complicaties.


Verkeersdeelname en begeleiding na sedatie

Wanneer door de arts is besloten dat u op de dag van de behandeling weer naar huis gaat 

moet er de eerste nacht na de behandeling iemand bij u aanwezig zijn. Dit heeft te maken met de sedatie die u hebt gekregen, het is belangrijk dat iemand u in de gaten houdt.

U mag na de sedatie de rest van de dag geen voertuig (auto, motor, brommer, fiets) besturen. Ook als u met een taxi of met het openbaar vervoer naar huis gaat, is het nodig dat er iemand bij u is. 

Uitslag

Het verwijderde weefsel wordt na de behandeling opgevangen en ingestuurd voor microscopisch onderzoek door de patholoog. De beoordeling duurt gemiddeld twee weken en de arts bespreekt met u de uitslag op de polikliniek of telefonisch.

Pijnklachten

De eerste uren na de behandeling kunt u last hebben van een opgeblazen gevoel en pijn in de buik. Dit komt doordat er tijdens de behandeling lucht in het darmstelsel is geblazen.

Daarnaast kan er door de ontstane oppervlakkige wond een scherpe pijn ontstaan in uw bovenbuik of achter uw borstbeen.

Meestal zakt deze pijn een aantal dagen na de behandeling af, maar soms kan de pijn één tot twee weken aanhouden. Bij pijn mag u paracetamol innemen, u mag maximaal acht tabletten van 500 mg per dag innemen. Als de paracetamol niet afdoende helpt, dan kunt u contact opnemen met de endoscopieafdeling.

Medicatie

Om ervoor te zorgen dat de ontstane wond goed geneest, krijgt u medicijnen voorgeschreven. Deze medicijnen zorgen ervoor dat inwerking van het maagzuur op de wond zoveel mogelijk vermeden wordt. Het is van groot belang dat u zich nauwgezet aan deze voorschriften houdt. U krijgt na de behandeling een recept en de instructies mee.

Dieet

Op de dag van de behandeling moet u een dieet volgen van water, limonade en eventueel wat lauwe thee. De dag na het onderzoek mag u in principe alles weer eten en drinken. We raden u echter aan te beginnen met wat zachte dingen zoals vla, yoghurt en brood zonder korstjes. Tevens adviseren we om te pittig gekruid, te zuur en te heet voedsel de eerste twee weken te vermijden.

Mogelijke complicaties

Bij elke behandeling kunnen soms complicaties optreden. Gelukkig zijn de risico’s hierop laag en zijn die vrijwel altijd goed te behandelen. De complicaties die kunnen ontstaan zijn een slokdarmvernauwing, bloeding of perforatie (gaatje in de slokdarmwand.

  • Bloeding
    Tijdens de behandeling kan een bloedvaatje worden geraakt. Hierdoor kan een bloeding ontstaan (dit treft ongeveer 1 op de 10 patiënten). Als dit gebeurt, wordt er direct gehandeld waardoor het bloedverlies over het algemeen beperkt blijft. In zeldzame gevallen treedt de bloeding pas later op. U merkt dit doordat u bloed opbraakt en/of zwarte, teerachtige, ontlasting heeft. Wanneer dit gebeurt, moet u direct contact met ons opnemen (zie contact opnemen).
  • Perforatie
    Een complicatie die zeer zelden voorkomt, is een perforatie. Dit betekent dat er een gaatje in de wand van de slokdarm of de maag is ontstaan. Als dit gebeurt, wordt u opgenomen in het ziekenhuis. In het meest ongunstige geval volgt er dan een operatieve ingreep maar de meeste gevallen kunnen zonder een operatie worden opgelost.
  • Stenose of vernauwing
    Een vernauwing kan ontstaan als er een groter gebied uit de slokdarm wordt weggehaald. Deze complicatie komt bijna niet voor bij endoscopische resecties van de maag of de twaalfvingerige darm. De slokdarm kunt u zien als een dunne pijp. Als de wond die door de endoscopische resectie is ontstaan gaat genezen ontstaat er littekenweefsel. Dit littekenweefsel is wat stugger dan normaal slokdarmweefsel, waardoor de slokdarm wat nauwer en minder flexibel kan worden. Hierdoor kan soms het eten minder goed de slokdarm passeren. Het niet goed passeren van eten langs de slokdarm, begint meestal pas twee tot drie weken na de behandeling, dan is slokdarm al grotendeels genezen en ontstaat het littekenweefsel. Als het eten niet goed de slokdarm wil passeren, moet u contact opnemen (zie contactgegevens), dan kunnen we de slokdarm wat oprekken.

Wanneer moet u onmiddellijk contact opnemen?

Indien u na de behandeling bloed opbraakt of zwarte teerachtige ontlasting heeft, kan er sprake zijn van een late bloeding. U dient dan onmiddellijk contact op te nemen. Aanhoudende heftige pijn in de bovenbuik of achter het borstbeen en hoge koorts kunnen duiden op een complicatie en zijn eveneens reden om direct contact op te nemen. Indien u behandeld bent aan de slokdarm en het eten wil de slokdarm niet goed passeren, adviseren we eveneens om contact met ons op te nemen


Op werkdagen tussen 08.00 en 17.00 uur kunt u bellen met de endoscopieafdeling via 088 75 573 66. Buiten deze tijden belt u met de verpleegafdeling MDL via 088 75 562 22.


Zorgkosten uitklapper, klik om te openen

Meer over zorgkosten

Contact uitklapper, klik om te openen

Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor het maken van een afspraak hebt u verwijzing nodig van de huisarts of medisch specialist. 

Polikliniek Afdeling Endoscopie

088 75 573 66

De afdeling is op werkdagen bereikbaar van 08.00 - 17.00 uur

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet